Lucht-Ruth Aerts

Het boek gaat over een jongen, die in de gevangenis een schrijfcursus volgt en beetje bij beetje vertelt over het verleden en waarom hij nu in de bak is beland. Het hoofdpersonage was speciaal. Het was geen ideaalbeeld waar ik me graag zou willen inleven, nee hij is dik en wordt gepest. En toch blijft hij in een zekere zin prachtig, maar dan gewoon in de manier waarop hij zijn leven vertelt. Het is psychologisch subtiel, maar krachtig opgebouwd, hoe hij tegen het einde van het boek vervreemt van de wereld en zich vastklampt aan zijn eigen verhaaltjes.

In het begin had ik iets van ‘Aieee,’ want de schrijfstijl was gewoon botweg niet goed. Korte zinnen die elkaar opvolgden als een reeks van opgesomde feiten. Maar telkens weer schitterde er talent in de schrijfstijl door, alsof het onderdrukt was maar stiekem naar buiten wou. Zoals mooie vergelijkingen, maar slecht verwoord. En zo ging het een tijdje door. Het verhaal kwam rustig op gang en het had iets heel fris, ondanks het onderliggend drama. Namelijk omdat de jongen een mooi observatievermogen had. Maar de schrijfstijl bleef nog steeds storen.

Maar na een tijdje werd de schrijfstijl plots vloeiender, het verhaal kwam in gang, werd spannender en ik begon er werkelijk van te genieten.

Ik vond dat ik duidelijk kon voelen hoe de schrijfster in het begin worstelde met haar verhaal, en het was ook niet comfortabel om te lezen. Maar later heb ik gehoord (ik ken de zoon van de schrijfster namelijk persoonlijk) dat dat de bedoeling was. Oftewel ben ik gewoon echt dom en traag, (want natuurlijk, de jongen uit het boek volgde een schrijfcursus, het zou nogal raar zijn moest hij vanaf de eerste pagina wonderlijk goed kunnen schrijven) oftewel was het gewoon geen goed idee. Zeker als men zijn eerste boek schrijft, is het dan wel goed om te beginnen met een zogezegde slechte schrijfstijl? Wie gaat nu doorhebben of het nu werkelijk de schrijfster zelf is, of de jongen die zo slecht schrijft?

Het is een leuk boek om te lezen, zeker als je weet dat het boek op het einde als een stiekeme bloem ontplooit.

(Met dank aan Louis Lermytte en Joachim Leyder)

The Tree Of Life

Mooie film.

Wel heb ik de film gezien in de verkeerde situatie, met de verkeerde mensen en op de verkeerde leeftijd: Ik had de film moeten zien wanneer ik alleen in de cinema zat midden in mijn midlifecrisis en twijfelde aan mijn huwelijk, aan de betekenis van God en welke wegen mijn kinderen nu gaan kiezen. Ik ben nu een puber, en heb geen zin om me met die diepere waarden bezig te houden. Of toch zeker niet op die manier zoals volwassenen dat doen.

Terrence Mallick heeft de kunst om op een nieuwe manier dingen over te brengen aan mensen. Met beelden, weinig woorden, sferen. Je krijgt ook nooit een volledig beeld van het geheel, maar de beelden die het kind op dat moment ziet. In plaats van een moeder met een kinderboek, in een kamer, met een mooi sfeerlicht toont hij enkel de krul in het haar van zijn moeder, enkel die prent, met een warme stem. De personages zijn ook sterk uitgewerkt. Vooral de jongetjes acteerden zeer goed, zeer geloofwaardig en puur. Brad Pitt heeft ook één van zijn betere rollen gespeeld, maar als karakter ging hij al snel de stereotiepe richting uit: ‘de oude strenge papa die wil dat zijn zonen slagen waarin hij nooit is geslaagd’.

Ik kan moeilijk iets vertellen over de verhaalstructuur zoals ik deed bij andere films, omdat ik dit iets anders is. Het raakte me ergens, en meer kan ik er niet over zeggen. Deze film was zoals poëzie tegenover proza. Het gedicht raakt je of niet. Dat is iets persoonlijk. Maar toch zeker de moeite om uit te proberen.